Hier enkele foto’s voor onze vrienden in * * * * * * die vreesden dat de oude platenboeken inmiddels met het oud papier waren meegegeven. De Verkade-albums met de plakplaatjes kunnen we niet vinden en wij zijn bang dat die wel de weg van alle papier zijn gegaan.
Als we de tijd kunnen vinden, posten we nog een paar foto’s.
Dit weekend ( 15-16 aug. 2020) staan enkele Nederlandse mainstream kranten vol verhalen over Nederlandsch Indië en het Nederlandsche kolonialisme. Daarna de Japanse bezetting met de Jappenkampen. Vanzelfsprekend wordt de opstand tegen het Nederlands gezag breed uitgemeten. Die mondde uit in een onafhankelijkheid, waarvan veel Indonesiërs, vooral van de oude generatie, die niet tot de “vermogende” laag behoorden, alras spijt kregen. Nou ja, spijt is wellicht te sterk, laten we zeggen dat ze zeer gemengde gevoelens over de merdeka! begonnen te koesteren.
We zijn een tikkeltje ironisch met onze formuleringen, echter slechts een tikkeltje. Tot ver in de vijftiger jaren kon je Indonesiërs (na een zoveelste geldsanering – “wah! digunting lagi!”) smalend horen schamperen: “Hoezo een gulden, zilverling / satu perak? Mijn geld is niks waard! U zult bedoelen: satu bèrak.” Bèrak betekent poep, stront, schijt. Kortom: de la merde! Hierover staat uiteraard niets in de nette Nederlandse couranten. Maar, alles slijt, en dat is maar goed ook. Gelukkig voor hen dat ze de euro niet hebben, en ach, is het niet overal kommer en kwel? Ayo, bergembira saja dèh!
foto uit Indie in woord en beeld, bladzijde 155 / 1924, topografische inrichting Weltevreden (=Batavia)
De Maleise vertaling aangaande de hond (oude spelling: andjing/ nieuwe spelling: anjing) is iets anders dan de Nederlandse tekst, namelijk: ” … deze foto maakt duidelijk dat de goede eigenschappen van het huisdier (binatang jinak = tam dier) door de Batak op andere wijze (tjara/cara betekent meer dan ‘wijze,’ ‘manier’ alleen) worden gewaardeerd dan in Westerse landen te doen gebruikelijk is.” Humor, tongue-in-cheek en understatement, is sterk taal- en cultuurgebonden en vaak eigenlijk niet te vertalen. Echter, de (dieren-)liefde gaat tenslotte altijd door de maag. Dat is zo ongeveer de grootste gemene deler.
Tegenwoordig wordt op bush meat pasars een grote variëteit aan daging binatang jalang (vlees van wilde dieren) aangeboden
Foto uit Nederlandsch Indië Platen Atlas / Weltevreden januari 1926, bladzijde 89, de TH Bandung, waar Sukarno zijn ingenieurstitel behaalde en waaraan de overgrootvader (?) van Lenie doceerde.
“multi-culti,” het systeem van besturen en bestieren middelse inheemse notabelen, De Britten deden het volgens ons eigenlijk (net ietsje) beter, hoewel, Amritsar mocht er ook wezen. Daarover kan Satish erg leuk vertellen. Over de Franse aanpak kunnen we misschien nog wat bakkeleien.
De STOVIA behoeft geen nadere toelichting.
een paar schurken
nog meer schurken
er komt geen eind aan het geboefte
over Van Heutz – https://www.groene.nl/artikel/de-pacificator
echter: goede handel was het wel …… gouden handel!
O ja, de Feenstra’s
Hoe het met die familie (tante Reina kende ze uit Indië, hééél lang geleden) precies zit, weten we niet. Onze laatste informatie betreft prof. Robert Feenstra, de Paus van Romeins Recht in Leiden. Een Feenstra (voornamelijk dominees?) trouwde in bij de Tjeenk Willinks en Herman Tj. W. die in Leiden jura deed, kwam zijn neef/oom Robert wel eens op het Rapenburg tegen. Dan plachten zij in de trant van de Australische aboriginals het welzijn van de hele (zéér uitgebreide) familie te evalueren. Daardoor onstonden niet zelden verkeersopstoppingen, die Feenstra meestal placht op te lossen door de geïrriteerden zijn zegelring te laten kussen (dat vertelde zijn medewerker XX tenminste).
Al die karossen met briesende paarden voor de Academie, dat marcheerde natuurlijk van geen kant, dat hoeven we jullie niet te vertellen, want jullie kennen de situatie ter plekke zelf heel goed. Witkam op Rap. nr. 5 is/was niet de repetitor Latijn, denken wij, maar dat moeten we – indien je dat wilt – nog nauwkeuriger uitzoeken. Ooit hoorde Romeins Recht bij het jura-curriculum en studenten met een deficiëntie Latijn, moesten dat inhalen, dan wel hun Latijn bijspijkeren. Menigeen deed dat bij Witkam.
Ter aanvulling: ene Willem Matthias d’Ablaing was ook hoogleraar Romeins recht in Leiden (1882-1889) en woonde op verschillende adressen op het Rapenburg, waaronder Rapenburg 18, bij enkelen van jullie welbekend. Over deze Willem doen diverse hilarische en minder hilarische, maar wel geestige, anekdotes de ronde. Hij ging door de bank genomen door voor een zonderling, een buitenbeentje, een vreemde vogel, sesuatu burung anèh (waarschijnlijk munten we met deze term een neologisme).
Deze d’Ablaing werd als onecht kind van ene baron d’Ablaing van Giessenburg in Batavia geboren, maar door zijn vader erkend. Bambang, Frits, Non en Boetje weten meer van deze figuur en er bestaan – indien onze herinnering juist is en de info klopt – familiebanden tussen hun/jullie respectieve families. Verlicht ons in dezen! Karena riwayat-riwayat itu amat kusut.
Sekian dulu dan maar?
P.S.
Natuurlijk kennen jullie het mooie platen-/foto-/geschiedenisboek van Thom Hoffman (2019): Een verborgen geschiedenis / ISBN: 978 94 625 8344 3