Lydia: ‘Beloning en boete? Neen: Misdaad en straf. Toch? Schuld en boete. Of heb je het niet over het boek van Dosto?’
Francesca: ‘Klopt. Dit keer niet. De vernielzuchtige jongelui in Wijk bij Duurstede krijgen geen straf en ook geen boete. Neen, Ik heb het over straf dóór beloning. Ja, sorry, het klinkt cryptisch, maar ik herinnerde me uit mijn colleges sociale psychologie – aan een oude-stijl-universiteit, waar je nog cijfers kreeg en men niets wist van “formatief leren,” dat is geloof ik de laatste hype in onderwijsland – het onderzoek door een zekere Alfie Kohn: Punished by rewards. Dat onderzoek zou uitwijzen dat onder andere verplegend personeel werd gedemotiveerd zodra het management ging betalen voor overwerk, nachtdiensten, eerstehulp-diensten en dergelijke. Het lijkt paradoxaal, maar alleen vanuit het beperkte en enge frame dat de manager-kleilaag erop nahoudt: aan iedereen en alles hangt een prijskaartje. Met dit naargeestige denkraam hebben de managers en alles wat zich als zodanig afficheert, onze beschaving ernstige averij toegebracht, en het einde is nog lang niet in zicht.
De medische beroepsgroep ontleende – en ontleent in overwegende mate nog steeds, met uitzondering van de tandartsen misschien – zijn motivatie aan het gegeven dat er werk wordt verricht dat bij het beroep hoort, dat prestige verhogend is. Het is een dienend beroep, zeggen mijn tantes altijd, en die zijn allebei huisarts. Beroepstrots, plus een flinke scheut altruïsme. Dat zijn eigenschappen en opvattingen waar de doorsnee-VVD’er-van-nu allergisch voor is. Dat is iets wat VVD-mevrouw Edith Schippers heeft geprobeerd eruit te schuffelen, onder andere door de artsen-eed van Hyppocrates op losse schroeven te willen stellen. Om “fraude” tegen te gaan. Zo denken neoliberalen immers. Artsen moeten slim declareren, daar komt het voor een neoliberale bestuurder op aan.
Maar goed. Volgens Kohn zou een arts die regelmatig bij nacht en ontij uit bed wordt gebeld voor een spoedgeval, dat ongerief bij haar beroep vinden horen. Voor de nachtzuster idem dito. Het ongerief is beroeps-endogeen en werkt statusverhogend. Het wordt niet als straf ervaren. Wil je het “ongerief” niet, dan moet je geen geneeskunde gaan studeren en niet de verpleging ingaan. De arts mag dan op verjaarsfeestjes wel zuchten en steunen over de pieper die ze bij zich draagt, maar diep in haar hart is ze trots op hetgeen zij doet. Trots op haar be-roep, daar zit “roeping” (Berufung) nog stevig in.’
Lydia: ‘Ah, ik denk dat ik het begrijp: extrinsieke motivatie (een geldelijke beloning krijgen), vermindert, erodeert, ondermijnt, de intrinsieke motivatie. Daar ging het geloof ik over?
Trouwens, die mevrouw Edith Schippers, de Medusa van de VVD, probeerde het medisch geheim te ontmantelen. De stok om de hond mee te slaan, was een fraude door twee Turks-Nederlandse psychiaters, die attesten verkochten, waardoor klant-patiënten een uitkering konden claimen. De Nederlandse artsen hebben hun poot gelukkig stijf gehouden. In Nederland zijn de medische beroepseer en beroepstrots tot op heden, goddank, toch tamelijk tokkie-proof gebleken. Met uitzondering bij vele tand”artsen” misschien. Laten we dat alsjeblijft zo proberen te houden. Dus ga voorlopig vooral niet meer stemmen. Dat je regelmatig naar de tandarts moet, is al erg genoeg.
Tja, typisch zo’n neoliberale Rutte-knecht, die Schippers: gehaaid en boerenslim, zonder een grein politieke diepgang. Verwoestend type.’
Franca: ‘Juist, het medisch geheim, dat wilde Schippers openbreken om fraude in de zorg te kunnen aanpakken. Politiek vandalisme. Ja ja, die VVD toch. Allergisch voor fraude. Selectief allergisch welterverstaan. Het medisch geheim willen afbreken, maar het bankgeheim laten ze daarentegen heel graag intact, dat zouden ze liefst nóg onaantastbaarder maken. Hoe zou dat toch komen? Vrolijke club hoor, die neoliberalen.’
Lydia: ‘Demotiveren door betalen. Je ziet het in schrille kleuren in de financiële sector. Real time. Hoe groter de financiële crises die de banken-mafiosi (de banksters > gangsters) stichten, des te vetter en hoger hun bonussen. Hoe kom je hier zo op?’
Franca: ‘Nou, ik wist niet dat een wethouder van Wijk bij Duurstede jongeren beloonde voor het niet-plegen van vandalisme. Dat lees ik toevallig in de Trouw van 19.0.2019, in de frame-column van bestuurskundige & debatspecialist Hans de Bruijn: “Bonus” staat er boven. Ik dacht meteen aan bonussen die de nomenklatoera zichzelf weer eens had toebedacht, maar het gaat over 6000 euro voor de dorpsjongeren. Je moet het stukje maar eens lezen. Ik vind zo’n wethouder uitgesproken maf en erg onverantwoordelijk bezig op de koop toe. Laat ik het eufemistischer zeggen: een tovenaarsleerling.’
Lydia: ‘Ach wat, zo’n wethouder heeft waarschijnlijk modern onderwijs genoten – als het meezit tenminste, want dat van onderwijs genieten, is in die tak van sport steeds meer de vraag – en meneer De Bruijn geeft bestuurskunde. Ik weet nog steeds niet wat dat inhoudt, want worden we nou zo veel beter bestuurd met al die vele bestuurskundigen, maar je schijnt er als moderne bureaucraat niet buiten te kunnen.’
Franca: ‘Dostojevski staat bij zo’n opleiding vast niet op de literatuurlijst. Zou het?’
Lydia grinnikt: ‘Bordewijk vast ook niet. Ik heb Bordewijk erbij gehaald vanwege de alliteratie: beloning, boete, bestuurskunde, Bordewijk, baldadigheid, beuzelarijen en niet te vergeten: het Burgerservicenummer. En vanwege de bizarre fantastische vertellingen van F.B., vaak in een uniek Nederlands, die steeds realistischer worden, aangezien de gebeurlijkheden waarmee wij te maken hebben en krijgen, almaar fantastischer en meer bizar worden.
Die jongelui in Wijk bij Duurstede hebben dus gewoon voor 3000 euro mogen vandaliseren. Een premie op vandalisme, waarvoor de politiek zelfs geld reserveert! De vandalen worden wel degelijk beloond voor hun vernielzucht, maar het wordt als straf geframed. Daar komt het voor mij op neer, want de belastingbetaler draait op voor de bonus. Dat is niet niks. Je moet je in de vreemdste cognitieve kronkels wrikken om van deze bizarre redenatie nog enige chocolade te braden, maar het kàn. Toch? Gewoon, een kwestie van goede wil en een potje fantasierijk framen. Vandaliseren is gaaf en vet-cool, zeker als pa en ma niet voor de kosten opdraaien, maar de gemeenschap. Zo’n wethouder moet op het schild geheven en herkozen! Socrates moest voor zulke frames de gifbeker drinken. Dat waren nog ereis tijden!’
Franca knipoogt: ‘Nou, dan had deze pipo uit Wijk bij Dúúrdúúúúrstede zijn bonus voor jongeren vandalisme op z’n minst zo moeten framen dat het onder het “kinderpardon” viel. Dát zou ik pas een staaltje van hogeschool-framen hebben gevonden. Maar, misschien zit hier wel een diepe filosofie en ragfijne redenering achter, die ons simpele stervelingen gewoon ontgaat en ver boven de pet stijgt. Wat is een pagadet eigenlijk? En wat is rinkelrooien? O, kijk, Bordewijk heeft een verklarend lijstje aan het eind bijgevoegd. Ik wist overigens niet dat een rekel – volgens Bordewijk – een reu was, ik dacht een mannetjes vos. Of die ook?’
Lydia: ‘Rinkeldekink rekelbasterijen. De Eerste en Tweede Kamer bij elkaar: maisons de tolérance. Schitterend geschilderd toch?!’
Franca grinnikt: ‘Voor die tolerante huizen, zou je nog een B-woord kunnen bedenken. Vooral in dit frame. Best grappig: in het Frans klinken de meest onfatsoenlijke en ordinaire woorden ons vaak nog fatsoenlijk in d’oren.’
♥
Ferdinand Bordewijk > https://www.dbnl.org/titels/titel.php id=bord001eibe01https://www.literairnederland.nl/2151/