door Jerry Mager
Natuurlijk. Vanzelfsprekend is de portier een invalide.
Dat staat in iedere fatsoenlijke functieomschrijving voor portiers. Invaliditeit is een functioneel vereiste voor een portier. Een echte portier hoort vastgeschroefd in zijn portiersloge te zitten en niet door het gebouw waar hij portier is, rond te banjeren. Laat staan in de omgeving van dat gebouw te zwerven.
In de Engelse vertaling (door Ina Rilke) van “Nooit meer slapen” (vertaald met: “Beyond sleep”) staat de openingszin: “The porter is disabled” en niet bijvoorbeeld: The doorman is an invalid.
Eerst na herhaald lezen van de roman begreep ik hoe goed deze Engelse vertaling is getroffen. Niet in het minst omdat hij de clou van het verhaal eerst achteraf prijsgeeft. Als lezer heb je dan alle gelegenheid gehad er zelf achter te komen. Dat de drager onklaar is gemaakt.
Want die drager ( the porter) is Alfred Issendorf, die net als Aeneas met zijn vader op zijn rug door Finnmark zeult en stekkert. En deze Alfred is vakkundig onklaar gemaakt, grondig geïncapaciteerd (disabled), door zijn opvoeders en mentors. Zeker voor deze onderneming in het hoge noorden, in de periode dat het licht daar niet uitgaat. Denk ik tenminste.
Lees Hermans daarom ook eens in vertaling: onvermoede vergezichten vallen je ten deel.