‘ Nou, ik ga er niet (meer) vanuit dat Nederlandse rechters-in-functie nooit liegen. Dus waarom ook hier weer de hypocriete poespas?’
– ‘ Wat hebben liegende rechters met meneer Wopke Hoekstra en Marokko te maken?’
‘ Hier staat op de NRC-site: “Zo vinden er gesprekken plaats over een uitleveringsverdrag tussen beide landen. Daar drong Marokko al langer op aan. Een verdrag zou betekenen dat Nederlandse rechters er bij een uitleveringsverzoek voortaan van moeten uitgaan dat mensenrechten in Marokko worden gerespecteerd. Volgens critici past dit niet bij de rapportages over marteling, corruptie en politieke vervolgingen in Marokko.”
Dus wat wordt het: een uitleveringsverdrag met medeplichtig-impliciet-liegende rechters, of geen uitleveringsverdrag? De kool en de geit sparen, lijkt mij niet te kunnen. Of wel soms?’
– ‘ Nou ja, de Marokkanen kunnen hun leven beteren en de mensenrechten serieus gaan nemen. Dan hoeven de rechters hier niet te liegen. Zeg, daarom is de meneer Wopke H. waarschijnlijk ook geen partner bij McKinsey geworden. Zulke hampelmannen kunnen ze daar niet gebruiken. Voor Eric Wiebes geldt hetzelfde. Die heeft ook bij McKinsey op de loonlijst gestaan. Hij mocht van meneer Rutte de Nederlandse belastingdienst ontwrichten en de Groningers in de grond laten zakken. Met medewerking van een heuse generaal nog wel. Die werd naderhand op karwei naar de Antillen gestuurd en kwam dus niet voor het vuurpeloton.
Geen enkele consequentie voor die jongens, laat staan een sanctie. De NRC zet die hampelmannen en -vrouwen trouwens wel enigszins te kijk met dat dag in dag uit op de site zetten van de mug shots van de zooi triestige, aftandse, boeven. Ze worden naar ik meen al zes of zeven weken op de site aan de kaak gesteld. Niet dat ze dat ook maar een zier zal kunnen schelen. Trouwens over een maand of zo is de massa de hele parlementaire enquête al weer vergeten, en Groningen idem dito.’
‘ Zulke types als Hoekstra en Wiebes, maken de ongunstige verhalen over McKinsey wel meteen geloofwaardig. Rutte gaf Wiebes nog een schop na door te beweren dat de man zo’n duizelingwekkend hoog IQ had en dat hij van Rutte daarom …… vul maar in. Als McKinsey je niet moet, dan kun je altijd nog in de banencarrousel van Den Haag terecht. Het afvalputje.’
– ‘ Je hebt gelijk wat dat uitleveringsverdrag en liegende rechters betreft. Ach, wat zal het die rechters kunnen schelen? Die doen gewoon wat mevrouw Kaag ze opdraagt. Kindermisbruik laat ze toch ook koud? Wie heeft het nog over moreel gewicht en gezag? Wat nou Realpolitik? Men roept maar weer wat.
Waarom, o waarom, moeten Nederlandse bewindslui in hemelsnaam lopen tetteren dat land X, Y,B,C,D van geen kant deugt, om vervolgens bijvoorbeeld toch naar Qatar te vliegen? Dan weet je toch van voren niet of je van achteren leeft?’
‘ Ik heb niet het idee dat de leden van de politiek-bestuurlijke nomenklatoera in Nederland veel belangstelling hebben voor wat anderen over en van hen denken. Dat komt hoogstwaarschijnlijk, omdat ze precies vanwege beheptheid met die “karakter-eigenschap” (de ander is slechts een middel, en geen doel-op-zich) op de plek zitten waar ze zitten (de Nederlander kan ze aan de bumper roesten), alleen werkt die attitude in verhoudingen buiten Nederland, met andere landslui – die er andere mores op na houden – compleet contrair. Je mag dan ongestraft bot zijn tegenover de eigen bevolking, maar het buitenland pikt die bejegening uiteraard niet. Let wel: ook hier bevestigen de uitzonderingen de regel.’
– ‘ Laten we het hier voorlopig op houden. Er kwamen nog enkele berichten binnen n.a.v. McKinsey en Nederlandse politici, maar die zouten we even op.’
*
‘ De jongelui die de vragen stelden over het optreden, het gedrag van enkele (VVD-) politici hebben de vragen intussen zelf beantwoord, en dat hebben ze helemaal niet slecht gedaan.’
– ‘ Na het lezen van Duff McDonald en commentaar van ons, welteverstaan. Maar toch.
Het ging over twee parmantige poseurs in pak: Pim van Strien en Thom van Campen, en over een naar hun gevoel en smaak vlegelachtig optredende staatssecretaris Eric van der Burg. Van mw Christianne Zeggelink – Van der Wal wisten ze het intussen wel, die is daar neergezet als stenen muur met de taak van stone walling. Weinig tot geen domeinkennis, maar als een stoomwals opererend (soms uitgesproken koddig: “Ik ben het bevoegd gezag!”). Oké, de lectuur van McDonald bood de jongelui het vocabulair, de concepten en een beter interpretatiekader. Alle vier politici zijn VVD’ers.’
‘ Dat is nog het enige verschil tussen VVD-politici en D66-gers vonden ze: bij de VVD’ers zijn het types van het soort: bord-voor-de-kop en van-dik-hout-zaagt-men-planken, terwijl de D66-gers (bijvoorbeeld Sjoerdsma, Tjeerd de Groot, Joost Sneller, Paternotte en zelfs meneer Paul van Meenen) nog proberen een schijn van gepolijstheid aan hun optreden te verlenen – het zit in de aard van de beestjes, denk ik, en soort zoekt nu eenmaal soort. Enfin, het zijn persoonlijke impressies, dus neem ze voor wat je vindt dat ze je waard zijn.’
– ‘ De twee poserende politieke peuters in pak (Van Strien en Van Campen) acteren volgens de jongelui, op camera, met het oogmerk zich in the picture te spelen bij de talenten-jagers, de headhunters van een toko als McKinsey bijvoorbeeld. Kijk ons eens rücksichtlos en snedig opereren. Wij kunnen alle klussen klaren, wij kletsen iedereen plat en onder de tafel! dus neem ons! huur ons in!
Een meneer Van der Burg, tja, wat te zeggen over die man. Hij treedt op als een lakei van de macht. Op deze clip is zijn optreden tamelijk vlegelachtig – vinden de jongelui.’
‘ Tut, tut, ho, ho. Het gaat over maar enkele optredens van betreffende lieden en we weten niet hoe deze mensen zich buiten de Kaasstolp gedragen. Dit druk ik de jongelui steeds op hart, want soms laten ze zich best meeslepen in sympathie of anti-pathie, maar distantie blijft geboden.’
– ‘ Dat is zo. Zelfs de kwalificaties van Van Strien en Van Campen gaan primair over het allitereren: potsierlijke peuters, politiek, pak, parmantig, poseur, enzovoorts.’
‘ Ik heb de jongelui aangeraden om, als ze het boek van Bogdani en Forsythe gaan lezen, De Peetvader van Puzo er naast te lezen.’
– ‘ En Sociocratie van Gerard Endenburg (ISBN 9 78 90 5166 930 5) natuurlijk.’
‘ Hear! Hear! Onbegrijpelijk dat die sociocratische methode van besluitvorming organiseren niet op grote schaal wordt toegepast. Zo’n methode met de bijbehorende mentaliteit en het ethos negeren of zelfs afwijzen, past helaas maar al te goed bij de geest van deze tijd, die steeds autoritairder en huftiger wordt.’
– ‘ De “democratie’ is dichtgetimmerd. Dat vind ik treffend gezegd. De poppetjes die in de etalage worden gezet (bewindspersonen en zij het in mindere mate ook Kamerleden) worden ge-typecast door politieke profilers op eigenschappen die niets met domeinkennis of affiniteit voor het volk-vertegenwoordigen te maken hebben. McKinsey begon daar al vroeg mee. Voeg daarbij clubs als het WEF, de Bilderberg-Davos meetings en je snapt dat je kunt stemmen tot je blauw ziet, maar dat je in feite weinig tot niks in de melk hebt te brokkelen.’
‘ Het partijsysteem zoals we dat momenteel kennen – zonder referendum – werkt lobby, cronyism, en oligarchie-/kartelvoming in de hand en bestendigt het. ‘
*
‘ Wanneer we om ons heen kijken in onze vooral democratisch georganiseerde wereld zien we snel de vele tekortkomingen van het democratische beginsel dat de meerderheid beslist voor ons allemaal. Op wereld- en landenniveau zien we ongelijke verdeling van welvaart en welzijn en sociale ongelijkheid. Maar ook in organisaties, bedrijven en samenwerkingsverbanden zijn scheve verdelingen van invloed en macht vooral regel en geen uitzondering.
Wie heeft kennisgemaakt met sociocratie en de Sociocratische Kringorganisatie Methode weet dat dit echt anders kan; echte gelijkwaardigheid in besluitvorming op basis van consent. Daardoor groeit onze creativiteit om problemen op te lossen en waarde toe te voegen. En hoewel Gerard Endenburg de SKM al in 1970 heeft ontwikkeld zijn het gedachtegoed en de toepassing ervan in de praktijk wat ons betreft nog lang niet wijd genoeg verspreid. We ondersteunen een sociale innovatie die zijn gelijke niet kent en die wereldwijd wordt gewaardeerd. Maar die tegelijkertijd te maken heeft met conditionering, organisatistructuren en gevestigde machtsposities en denkwijzen. Hiervoor is veel “ontwikkelingswerk” nodig; van wetenschappelijke onderbouwing en vertaling naar andere talen, tot proefprojecten die de kans krijgen zich in de praktijk te bewijzen. ‘