* PARKEER *
Citaat Dorothy E. Smith (2005:2) (vet toegevoegd) ISBN-13: 9780759105010: “It is difficult to express in a sentence or two just how radical a departure institutional ethnography is from mainstream sociology. It has kin, notably in Marx – though not in the subsequent theoretical developments of Marxism – but also to some degree in ethnomethodology. What institutional ethnography shares with these is a commitment to begin and develop inquiry in the very same world we live in, where we are in our bodies. And because it makes language a key to the ethnographic discovery of how institutions are coordinated, it draws on the tradition of symbolic interaction originating in the work of George Herbert Mead, linking it with Russian traditions of thought on language, notably that of Mikhail Bakhtin, A. R. Luria, and Valentin Volosinov.”
(bladzijde 38; vet toegevoegd): “Ethnography may start by exploring the experience of those directly involved in the institutional setting, but they are not the objects of investigation. It is the aspects of the institutions relevant to the people’s experience, not the people themselves, that constitute the object of inquiry. The ethnographer’s standpoint may be defined by her or his own experience or by what she or he has learned by talking with others.
However defined, it is people’s experience which sets the problematic of the study, the first step in an inquiry that travels sequentially deeper into the institutional relations in which people’s everyday lives are embedded.
Institutional ethnography does not have a pregiven theoretical destination; indeed, it doesn’t have a theoretical destination at all.”
*
‘ De instituties? Hoezo?’
– ‘ Omdat “iedereen” (met name kwakende Kaasstolpers, die de klok hebben horen luiden) dat roept en ze het vervolgens massaal over “bestaanszekerheid” gaan hebben – de Kaasstolpers dus – alsof zij zelf eergisteren al in de rij voor een voedselbank stonden.’
‘I see, en de jongelui zeggen: krijg eerst maar eens scherp wat je onder instituties verstaat.’
– ‘ Juist. Heb jij je gerealiseerd dat er studies zijn die niet zozeer de student vormen, maar dat veel mensen een “vak” gaan studeren omdat ze denken dat ze dat vak als een kledingstuk kunnen aantrekken? ‘
‘ Zoals de studie van Culturele Antropologie bijvoorbeeld? Ik heb een zus en een broer die beiden culturele antropologie (de Angelsaksen zeggen: social anthropology) hebben gestudeerd, naast een andere studie: medicijnen en civiele techniek. Zij beweren dat antropologie niet zozeer een studie is, alswel een houding, een attitude-tegenover (het leven en de wereld). Dat klopt ook wel geloof ik.’
– ‘ Hoogstwaarschijnlijk. Ik moet aan meneer Jan van de Beek denken, dat is ook een wiskundige-antropoloog. En denk aan Y. G. en K.D., een econoom en een katholieke “missionaris” annex-tropen-arts en cultureel antropoloog. In de politiek zie ik ze (nog) niet. Dat is misschien een onbestudeerbare biotoop, waar je alleen maar een gekmakende, ondragelijke, jeuk van kunt oplopen.’
