Ruben Oppenheimer – NRC di. 21 dec. 2021 – www.nrc.nl/nieuws/2021/12/21/ruben-l-oppenheimer-a4070226
Fief: ‘ De olifant van Ruben Oppenheimer is een inkoppertje. Hij kan als olifant in de kamer staan, maar in verband met Rutte – die aan pathologisch geheugenverlies lijdt (indien hem dat tenminste zo uitkomt) – kan de olifant ook voor extern geheugen staan. Olifanten zijn immers beroemd vanwege hun geheugen. Dus Rutte heeft een Gigagroot extern geheugen ingeplugd. Zo’n beest eet weliswaar de oren van je hoofd, maar dat gaat uiteraard allemaal op Staatskosten.’
Anu: ‘ Vind jij Rutte als onderwerp van spot nog eh, eh, opportuun? Het is intussen bijna net zo sneu als Biden-bashing. Rutte is een pathologische leugenaar die ons gestaag manipulerend het ravijn in schuift, en Joe Biden is een dementerende stakker, die hoogstwaarschijnlijk in negen van de tien gevallen dat we hem te zien krijgen door een dubbelganger wordt gepersonifieerd. Met zo’n mondmasker voor is dat helemaal makkelijk te fixen.
Verder hebben Biden noch Rutte een eventuele acceptabele opvolger, dat is in beide gevallen voor de burger dus huilen met de pet op. Waarom zou je mensen die van zichzelf al belachelijke dingen doen, nog eens belachelijk maken? Dat doen ze zelf immers het beste.’
Fief: ‘ Je hebt weliswaar gelijk als het om politieke leiderschapskwaliteiten en aanvaardbare alternatieven gaat. In dat opzicht komen de Amerikanen er net zo bekaaid van af als wij in Europa (kijk maar naar Duitsland – Scholz; Oostenrijk – Nehammer; GB – Johnson en Frankrijk – Macron; dat houdt allemaal niet over is het wel?), maar ik vind het op hak nemen er toch bij horen. Cartoons en spotprenten móeten gewoon. Dan zijn die potsierlijke zakkenvullende ladenlichters tenminste nog érgens goed voor.
Bovendien hebben we in Nederland hele goede cartoonisten, die voortdurend inspirerende alternatieve frames aanreiken, om de werkelijkheid mee te duiden. Neen, wat mij betreft zijn goede cartoons juist onmisbaar.’
Anu: ‘ Okay, goed, dat is een manier om naar de dingen te kijken. Deze cartoon van Ruben Oppenheimer inspireerde de jongelui via het geheugen van de olifant, tot de associatie met de uitvinding (het wondermiddel, pharmakon) van Thoth, zoals dat in de Phaedrus van Plato (regel 274-275) wordt verteld. Thoth prijst het schrift bij farao Thamos aan als booster (!) voor geheugen en wijsheid, maar hij vergeet de keerzijde te vermelden.’
Fief: ‘ Dat is waar en “elk voordeel heb z’n nadeel.” In Nederland propageerden de onderwijs-experts Wikipedia-weetjes opzoeken in plaats van kennisverwerving beoefenen.
Kenden ze in het oude Egypte het voetbal al? De nationale sport daar was toch stenen stapelen? Eindeloos stenen stapelen. Daar kwam geen stikstof-verbod bij te pas. Daarom liepen die bouwactiviteiten totaal uit de hand en zitten de Egyptenaren nu met de piramides opgescheept. Gelukkig voor de moderne Egyptenaren staan die steenstapels in de woestijn.
Wat “geheugen” aangaat, hebben de jongelui de artikelen van Tom-Jan Meeus in de NRC van 20.11.2021 en van 18.12.2021 er bij gehaald. Meeus heeft het daar in vooral over het verlies bij de overheid van de kundigheid om effectief en profijtelijk gebruik te maken van het (collectieve) geheugen.
Het inhuren van “experts” die over “domeinspecifieke expertise” zouden moeten beschikken, is uiteraard gepofte kretologie en gefrituurde bullshit. Je kunt zo veel inhuren als je wilt, als je niet weet wat (en dus wie) je moet inhuren en hoe je die ingehuurde kennis moet inzetten, ben je nog even ver van huis.’
Anu: ‘ Daarmee komen we onvermijdelijk uit bij gedegen en goed onderwijs. Dat is de afgelopen decennia vakkundig gesloopt en uitgehold, met een verbijsterend masochisme en vanuit een oeverloze zelfhaat, zo lijkt het, want anders kan ik het niet verklaren. Dat was nog niet genoeg, want nu komt de woke-waanzin en identiteits-idiotie er nog overheen. Het kán gewoon niet op. We moeten per se en koste wat kost kapot.
Over Plato’s pharmakon en de inherente ambiguïteit van het begrip, komen we elders en later nog te spreken.’
Fief: ‘ Het schijnt dat “ze” het Tropenmuseum in Amsterdam met de grond gelijk willen maken. Vanwege het kolonialisme.’
Anu: ‘ Hoe kom je daar zo op?’
Fief: ‘ Nou, ik zie het boek van Orwell liggen, met die olifant op de omslag. Dat zou best de olifant van Oppenheimer kunnen zijn, denk je ook niet? Orwell was koloniaal politieagent in Birma en hij werd op een dag in de buurt van Moulmein te hulp geroepen door de autochtonen vanwege een losgebroken olifant. De Birmezen hadden geen vuurwapens en Orwell natuurlijk wel. Vandaar. Hij wilde die olifant niet dood schieten, maar hij voelde de verwachting van de Birmezen in zijn nek hijgen en schoot het beest dood zoals van hem werd verwacht door de massa. Orwell, de jonge koloniale politiefunctionaris, besefte dat hij vooral niet wilde afgaan. Daarom schoot hij de olifant zijns ondanks dood.’
Anu: ‘ Wie wil er nou wel publiekelijk afgaan? Zeg, als er een paar Orwells voor onze musea geposteerd zouden worden, met een geweer, zouden “ze” de musea dan ook nog bestormen? Zoals alles, heeft ook het kolonialisme vast op z’n minst twee kanten.’
Fief: ‘Goed zo, dan blaast nu de olifant met zijn lange snuit, dit verhaaltje uit.’