Siegfried Woldhek – persoon van de week, NRC 28 nov 2020
‘ Koekoeksjong? Hoe kom je daar op? Is het verhaal soms dat een uil en een koekoek met elkaar zijn vreemd gegaan en dat de vrucht van hun bandeloos en grensoverschrijdend (weliswaar vogels, maar vreemde vogels …. voor elkaar) paargedrag een rogue politician, een renegaat politicus opleverde? Is dat de associatie?’
- ‘ Mwah, zou kunnen, maar ik zoek het dichter bij huis en wel bij een liedje van mijn grootmoeder over de uil in de olmen en de koekoek achter de gindse heuvel.’
‘Jawel, maar dan kan het nog steeds. De koekoek kan zijn ei in het uilennest hebben gelegd. De uil broedt een koekoeksjong uit en verorbert dat naderhand, omdat zij/hij het niet als “eigen” herkent. De brok blijkt onverteerbaar en de uil braakt het uit.’
- ‘ Dat zou ook kunnen. Mijn grootmoeder was ooit redactrice van de schoolkrant die “De uilebal” heette, en ze zong regelmatig eerste en tweede stem met mijn opa, onder andere dit liedje. Eindeloos.’
‘ Okay, gezellig. In ieder geval gezelliger dan wat zich onder de Haagse kaasstolp allemaal afspeelt, ontrolt en voltrekt. Daar lusten de honden geen brood van en de uilen geen muis.’
- ‘ Zeg, ik vraag het me af: zouden koekoeksjongen hun leven lang vreemde vogels blijven? Voor zichzelf, voor elkaar, voor andere vogels? Tenslotte zijn het ondergeschoven kuikens. Toch?’
‘ Hmm, dat zou je eens aan een ornithologische psychiater moeten vragen, denk ik.’
- ‘ Goed idee. Ik ken er toevallig eentje en dat is me toch een vreemde vogel! Die verzamelt kalkeieren! Ja, die verft ‘ie dan en hij vernist ze.’
‘ Hmmmm, dat klinkt als een prille beginneling, een geaberreerde broeder of een echte loser, want gewoonlijk verzamelen die types Fabergé-eieren. Als ‘ie vogelgeluiden gaat maken of klapwieken of zo, dan moet je de GGZ inschakelen.’