‘ Wat ik op deze tekening van Ruben Oppenheimer zie? Een hurkende primaat met zijn handen over een laars, of half in een carpetbag-tas? Carpetbag-tas is eigenlijk dubbelop: bag is al een tas. Om hem heen staan andere primaten in een nogal dreigende houding, zou ik zeggen. Ja, het zal wel een buidel of zoiets zijn, want wat zou een laars hier moeten. Een heterdaadje, zou ook kunnen. De hurkende primaat wil er met de poet vandoor en dat vinden de andere primaten niet tof. Jij zag verband tussen de tekening van Oppenheimer en het stuk van Tom-Jan Meeus, zei je?’
ꟷ ‘ Jawel. Kijk maar of je het ermee eens bent. Maar eerst deze passage uit het artikel. Ik lees voor: << Begin maart maakte D66-voorman Rob Jetten een fundamenteler punt. In zijn Anton Kerkdijk-lezing schetste hij dat we door de scheefgegroeide vermogensverhoudingen („zekerheid wordt erfbaar”) een maatschappij worden van „een bovenkant mét en een onderkant zónder zekerheid”. >> ‘
‘ Quoi? Zei je: zekerheid wordt erfbaar? Erf-baar en niet erfelijk?’
ꟷ ‘ Jawel: erf-baar. Natuurlijk, want je kunt de zekerheid waarover meneer Jetten het heeft wel of niet erven, die zekerheid is niet per definitie automatisch erfelijk.’
‘ Aha, je bedoelt materiële en financiële zekerheid. I see. Dus geen blauwe ogen en zwart haar, die zijn eventueel erfelijk. Niet overerfbaar, maar erfelijk, die kun je niet per testament aan je nazaten nalaten. Vermogen, geld, dat kun je wel testamentair nalaten, en wel van geslacht op geslacht. Dat is de zekerheid van nooit hoeven werken, nooit bang hoeven zijn dat je pensioen en/of AOW plotseling verdampt, door een speech act, een performatieve taaldaad, van een anonieme pipo ergens ver weg. Die pipo vindt de “rekenrente” te hoog of te laag en met een simpele taaldaad worden jaren van werk dat je al hebt verricht en geleverd, verdampt.
Voor personen die niet van pensioen afhankelijk zijn, omdat ze een groot vermogen hebben geërfd bijvoorbeeld en nog nooit hebben hoeven werken voor hun geld, voor hen bestaat de zekerheid dat zij nooit met dit soort financiële voodoo te maken krijgen. Een vreemdsoortige en steeds onrechtvaardiger wordende zekerheid. Vind je niet?’
ꟷ ‘ Precies. Met crematoria schijn je ook miljonair te kunnen worden. Geen politieke partij die aan die blatante, éclatante, onrechtvaardigheid iets wil of kan doen. Ook de partij van meneer Jetten (D66) niet.’
‘ Een maatschappij van „een bovenkant mét en een onderkant zónder zekerheid”, dat lijkt me geen erg houdbare maatschappij. Er zit geen betrouwbare bodem in. Op z’n minst is het een topzwaar geheel.
Nou ja, er blijft natuurlijk één basale zekerheid: de sterfelijkheid. Sterfelijkheid is globaal-universeel erfelijk, niet erfbaar, maar erfelijk. Iedereen begint namelijk op het moment dat zij wordt geboren, met doodgaan. Daar kun je niks aan veranderen. Daarom is het sterfelijk en niet: sterf-baar. Dit laatste bedenk ik trouwens ter plekke. ’
ꟷ ‘ Mooi bedacht, bijna een dubbele bodem. Maar, ook dat ben ik met je eens. Enne, leef-baar-heid dan? Ha, ha, dat is een grapje.’
‘ Wat heeft de hurkende primaat “omhanden” ? Het lijkt op een laars, of een tas of buidel ….’
ꟷ ‘ Nou, ik ga voor de carpetbag, vooral vanwege de connotatie met de Amerikaanse carpetbagger, die verwijst naar de plunderende profiteurs die na de Amerikaanse burgeroorlog vanuit het Noorden in het verslagen Zuiden aan het plunderen sloegen. Die hadden van die tassen die uit tapijtstof waren gemaakt: carpetbags.’
‘ Precies. Bovendien speelt de woordgrap van bagger en beggar mee; die klinken – zeker voor non-native speakers als homoniemen. Die carpetbags fungeerde op de heenweg als reiskoffer en op de terugweg als tas om buit in te vervoeren. De carpetbaggers propten hun roofbuit in de carpetbags. De primaat in de tekening zou een buideltas met roofbuit kunnen willen beschermen. De primaten eromheen willen hun aandeel (terug?). Zoiets. Mwah, niet gek geduid. Vind ik. Die hurkende primaat vertoont een treffende gelijkenis met een zekere Nederlandse politicus, maar dat is natuurlijk toeval.’
ꟷ ‘ Alle gelijkenis met bestaande primaten berust in deze tekening op toeval. De primaat van deze Oppenheimer-cartoon draagt trouwens volgens mij een masker, want niet alle chimpansees, makaken, orang oetans of bonobo’s lijken op elkaar. Waarom zei en zeg je eigenlijk primaat?’
‘ Ik moest meteen denken aan de primaten van de etholoog-primatoloog Frans de Waal. Tom-Jan Meeus schrijft vaak en veel over de Haagse apenrots, dus primaat kwam onwillekeurig bij me op. En dan die hurkhouding van deze primaat. Die houding schijnt bij veel primaten onder bepaalde omstandigheden natuurlijk – erfelijk dus – een aangeboren reflex, die vooral bij stress, angst, optreedt. Sommige primaten komen trouwens hun leven lang bijna niet uit de hurkstand.
Tja, en het bijschrift dat jullie hebben bedacht, refereert aan de column van Syp Wynia, dat vind ik sterk, ja.
Zeg, Meeus heeft het in zijn artikel over de CDA’er Pieter Omtzigt, daar is toch iets mee?’
‘ Zeker. Ik zou in dit frame willen beweren dat Omtzigt naar het idee van de andere Haagse apen te hoog en te druk op de apenrots scharrelde en dat konden de meeste andere apen niet velen. Die werden daar apennerveus van. Dus exit Omtzigt. Hij hoort volgens de andere primaten niet in die biotoop thuis.’
ꟷ ‘ Toch jammer, want meneer Omtzigt leek en lijkt me een uitstekende parlementariër. Waarschijnlijk is hij een gemankeerde politieke primaat en waren de andere pipo-primaten bang en beducht dat hij hen voor aap zou zetten.’
♦