‘ Dat is de hamvraag waar veel, zo niet alles, om draait. Het frame, de structuren waarin de “democratie” geacht wordt te functioneren, is gebouwd op mensen met een mentalitei, een ethos, van jááááren geleden. Men doet alsof het dezelfde soort mensen is die politiek (“volksvertegenwoordiger”) als baan (niet uit roeping, maar vanwege de broodwinning) kiest. Zonder daar examens of testen voor te hoeven afleggen. Vandaar.’
– ’ Vandaar dat het referendum een sine qua non is geworden. Het Huis van Thorbecke is niet tokkie- of vandaal-proof.’
‘Absoluut, want vier jaar lang je gang kunnen gaan, is te lang. Tien jaar of nog langer als premier blijven zitten, kan al helemááááál niet. Ook die figuur is aan renovatie toe. Dit zijn democratie-ondermijnende mores (geworden). We hebben geen behoefte aan theatrale potsenmakers, kreupelgaande koddige kwanten, schijnwerper-schreeuwlelijken, met een vast abonnement op naargeestige Fehlleistungen. Die kunnen we allemaal missen als kies-pijn.’
– ‘ Hé, dat zeg je zeer ad rem. Nou weet ik waar we aan laboreren: kies-pijn. Er valt namelijk al lang niets meer ter kiezen. Wat nou kiezen? Je moet je kiezen op elkaar houden, want anders word je in de boeien geslagen vanwege nepnieuws. En neem nou die figuur van “ketenaansprakelijkheid,” die werkt al lang niet meer. Die wordt al gauw misbruikt om verantwoordelijkheid “weg te maken.” Dat werkt opportunistisch acteren van bewindspersonen in de hand.’
‘ Het is de kat op het spek binden. Dat is het. Indien een bewindsppersoon niet competent en capabel wordt bevonden en blijkt te zijn, dan moet zij of hij niet automatisch omhoog vallen, naar een nieuwe uitdaging en/of naar goudgerande wachtgeldgeldregelingen.’
– ‘ Precies. Zij moet niet in de politieke banen-biotoop blijven hangen en ronddobberen. En heeft zo’n persoon het echt bont gemaakt, dan is het tijd voor een tribunaal, opdat de onderste steen boven kome. Maar, zo ver moeten we het uiteraard nooit willen laten komen. Daar is onze maatschappij veel te kostbaar voor (een veel te “teer vaasje”). Zo’n wezen, dat moet zich laten scholen (niet om-scholen, maar scholen), en een nette baan zoeken die bij haar cognitieve capaciteiten en competentieniveau past. Deze structuren werken niet meer.’
……… * wordt aangevuld * ……… .