Citaat uit Dode zielen van N. Gogol (hoofdstuk 9): << De heren ambtenaren beproefden nog één middel, dat niet heel nobel was maar soms gebruikt wordt, dat wil zeggen door via een omweg, door middel van diverse lakeienconnecties, het personeel van Tsjitsjikov uit te horen of zij soms bepaalde bijzonderheden wisten uit het vroegere leven en de omstandigheden van hun heer, maar van hen kregen ze ook niet veel te horen.
Petroesjka deelde hun alleen de lucht van een nachtlogies mee, en van Selifan hoorden ze dat Tsjitsjikov in staatsdienst was geweest en vroeger bij de douane had gewerkt, meer niet.
Dit soort mensen heeft een uiterst vreemde gewoonte. Als je hun iets op de man af vraagt, herinneren ze zich nooit iets, komt er niks bij ze op, en antwoorden ze zelfs gewoon dat ze het niet weten, maar als je hun naar iets anders vraagt, dan komen ze er juist wel mee op de proppen en dissen ze bijzonderheden op die je niet eens wilt weten.
Alle naspeuringen van de ambtenaren onthulden hun alleen maar dat ze geen idee hadden wat Tsjitsjikov voorstelde, maar dat Tsjitsjikov wel degelijk iets moest voorstellen. Uiteindelijk besloot men het onderwerp voor eens en altijd te bespreken en tenminste te beslissen wat ze moesten doen, en hoe, en welke maatregelen ze moesten treffen en wat hij nou eigenlijk voorstelde: iemand die aangehouden en opgepakt moest worden als zijnde onbetrouwbaar, of iemand die hen zelf allemaal kon oppakken en aanhouden als zijnde onbetrouwbaar. >>
Nederlands E-book 9789028271074 Druk: 1 augustus 2020
ana-lisa.nl/fantoom-koeien-in-de-polder-gogols-dode-zielen-en-de-stikstof/