* PARKEER *
‘ Waarom zouden de westerlingen over wie Mancur Olson het heeft, hebben moeten verwachten dat het met de corruptie in Rusland en de vroegere Sovjet Unie, nooit zo ontstellend zou kunnen zijn gesteld, als bij ons/hun/ons in het “vrije westen”? Dat is op z’n minst een ernstige vorm van gemankeerde projectie, of als je het polariserend wilt stellen: een vorm van omgekeerd (want positief) racisme. Die Slaven waren zo achterlijk, dat ze niet eens wisten hoe ze als ladenlichters te werk moesten gaan. Indien men dat hier ook over de Oekraïners denkt – dat die zich met vlekkeloos blazoen voor onze Vrijheid en Waarden doodvechten en kreupel laten schieten – dan zijn zowel de Oekraïners als wij zwaar in de aap gelogeerd.’
– ‘ Vooral de Oekraïners, want die worden door Zelensky en zijn necon-handlangers nog steeds de gehaktmolen ingedouwd. “Stop met feesten en ga naar het front om je daar voor de Vrijheid te laten afslachten!” Dit is mooi bruggetje naar een ernstige vorm van (politieke) corruptie in het Westen, ik bedoel de kartelvorming in de politiek. Binnenkort zijn er weer verkiezingen en niemand die zich afvraagt of het wat uitmaakt op welk merk ze stemmen. Het gaat opnieuw tussen kartelpartijen (met een enkele uitzondering van een kersverse nieuwkomer) die de buit (het aantal stemmen) al min of meer onderling hebben verdeeld.’’
‘ Als je met nieuwkomer Pieter Omtzigt bedoelt, dan vind ik dat maar ten dele juist, want Omtzigt heeft – voordat hij uit het CDA werd weggetreiterd – al zo’n honderd jaar bij het CDA meegehobbeld, dus hij is zeker niet nieuw in die biotoop van konkelaars, dealtjes-makers en ladenlichters. Of Omtzigt het in zich heeft om gif met tegengif te bestrijden, weet ik eerlijk gezegd niet, maar met op zondag het Onze Vader opzeggen, kom je bij gewetenloze gasten niet ver. Dat staat voor mij als een paal boven water. Mocht Omtzigt veel stemmen scoren – hetgeen alleszins in de rede ligt – dan zullen we ongetwijfeld op de meest onverkwikkelijke taferelen en onsmakelijke verhalen worden vergast, want dat ze op alle manieren zullen proberen de man te grazen te nemen, kun je op je vingers natellen, dat is opgelegd pandoer. Iemand vroeg zich onlangs in de trein hardop af wanneer ze naar vergif zullen grijpen om een concurrent te liquideren, en ze voegde daar meteen aan toe: “Misschien doen ze dat al, langzaam werkend en slopend vergif (dat doen heus niet alleen de FSB, CIA * * en de Mossad), want die mensen zijn tot alles in staat. Als je meewerkt aan het laten afslachten van tienduizenden mensen, zoals nu openlijk in de Oekraïne gebeurt, dan geef ik geen cent voor je moraal of geweten.”
Ten tweede het begrip kartel. Ik merk dat veel mensen daar niet eens over durven denken in relatie met onze huidige politieke structuren, mede omdat Baudet met het woord kartel begon te zwaaien (bij mijn weten zonder bronvermelding), en “men” het woord kartel daarom meteen associeerde met (bah!) populisme. En, ook, uit angst voor complotdenker uitgemaakt en gecanceld te worden. De maatschappelijke sfeer is inmiddels helemaal rijp voor zelfcensuur. Ach ja, populist! dat woord ligt menigeen voor in de mond bestorven. Zonder dat de meesten precies weten wat ze onder populisme verstonden en verstaan. Van en over Peter Mair hebben ze nooit gehoord – trouwens ook de (hooggeleerde) opiniemakende bollebozen niet, maar misschien doe ik de laatsten onrecht, want ik heb niet al hun pennenvruchten kunnen doorvlooien op “Mair-en-kartel”. ’
– ‘ Hier de link voor een clip met een interessant gesprek tussen Andrew Napolitano en oud-CIA-man Larry Johnson. Uit dit soort clips haal je vaak meer informatie dan uit de kranten en overheidssites. Overigens zou de AIVD (voorheen BVD) in Nederland meer in opdracht van en op bestelling voor buitenlandse diensten (MI6, CIA, Mossad enzovoorts) bespioneren en afluisteren, dan voor eigen consumptie. Vaak doen ze aan ruilhandel: “Oké, jullie krijgen info over Marietje en Salima, maar dan willen wij dat jullie Klaartje, Daoed en Suzanne het leven daar in * * * * * flink zuur maken,” of ernstiger. In principe gaat het afluisteren en bespioneren dus onophoudelijk en eindeloos door, ook wanneer je als Nederlander in Nederland niks op je kerfstok hebt en je van geen kwaad bewust bent. Dit hoorde ik iemand vorig jaar in de kroeg vertellen, en het lijkt me niet onaannemelijk. Een normaal mens denkt over dit soort dingen helemaal nooit na. Dit terzijde.
Ik heb niet geverifieerd of Mair (en Katz) in hun werk aan Mancur Olson refereren. Ik zou denken van wel, maar dat zou ik moeten nagaan. Olson heeft het over economische kartels en Mair over politieke (partij-) kartels, maar intussen denken en praten we over de kiezersmarkt en het marktaandeel van de respectieve politieke partijen, dus dat ideëen van Mair en Olson wat het kartel-begrip aangaat in elkaar zijn te schuiven, ligt voor mij voor de hand.’
‘ Mancur Olson heeft best inspirerende ideëen, of anders handvaten voor en bruggetjes naar andere manieren van tegen de dingen aankijken. Ik “verbaas” me vaak over de wijze waarop hij (nog niet zó lang gelden) tegen de dingen aankijkt en de manier waarop wij dat nu doen. Dan voel ik me een antropoloog die een stam tegenkomt, die in een compleet ander universum leeft en waarvan je eerst de taal moet leren.
De jongelui zijn intussen helemaal genezen van het idee dat “oude” boeken niet van meer belang zijn (deze boeken van Olson zaten in een onuitgepakte doos van tien-kilo-boek-voor-vijf-euro uit 2003, en stonden op de nominatie in de papierbak te worden gekieperd).’
– ‘ Ja, en ze ontdekken steeds vaker dat veel van hun sites wordt geplukt en in colleges (en publikaties) wordt gebruikt, vaak woordelijk – zonder bronvermelding. Ze komen regelmatig melden dat ze in een “nieuwe publikatie” alweer oude wijn zijn tegengekomen.’
‘ Ach, wat maakt het uit. Kennis is vrij en voor iedereen. De jongelui zijn er inmiddels wel van doordrongen dat niemand kan weten wat zij niet weet en dat mentors/leraren die wel veel weten (en die verbanden kunnen leggen en hints kunnen geven) daarom onmisbaar zijn. Peuter dat de bevolking van de Haagse kaasstolpen maar aan hun verstand.’
…………… …………….. ……………….