‘ “Nazi’s zijn het! Gewoon Nazi’s Speciaal! Dat betekent NS!” riep de meneer op station X bij de plaats Y in vertwijfelde woede.’
‘ “ Hoezo nazi’s?” vroeg een andere meneer droogjes. “ De nazi’s lieten de treinen stipt op tijd rijden hoor.” ’
Toe het gelach was weggeëbd, vertelde een mevrouw de anekdote van iemand die zelfmoord dacht te plegen door zich aan de rails vast te ketenen. Hij ging wel dood, dat wel, maar van honger en dorst, want er kwam maar geen trein.’