* Parkeer *
Toen, op een namiddag in juni 2007, na lang te hebben gewacht en al even lang te hebben getreuzeld, wat langer zelfs dan toelaatbaar was, verdedigde ik voor de jury van de universiteit Paris iv-Sorbonne mijn proefschrift: Joris-Karl Huysmans, of het einde van de tunnel. Meteen de volgende ochtend (of misschien dezelfde avond nog, dat kan ik niet met zekerheid zeggen, de avond van mijn promotie was eenzaam en erg alcoholisch) begreep ik dat een deel van mijn leven ten einde was, en waarschijnlijk het beste deel. Datzelfde geldt in onze nog altijd westerse en sociaaldemocratische samenlevingen voor iedereen die klaar is met zijn studie, maar de meeste mensen beseffen het niet, of niet meteen, verblind als ze zijn door de drang naar geld, of misschien naar consumptie bij de primitiefsten, degenen die het sterkst verslaafd zijn geraakt aan bepaalde producten (zij vormen een minderheid, de meesten zijn bedachtzamer en bedaarder en raken domweg gefascineerd door geld, die ‘onvermoeibare Proteus’), en nog meer verblind door de drang om zich te bewijzen, een benijdenswaardige sociale positie te verwerven in een wereld waarvan ze aannemen en hopen dat die competitief is, daartoe geprikkeld door hun verafgoding van wisselende iconen: sportlieden, mode- of websiteontwerpers, acteurs en modellen.
Houellebecq (2015): Onderworpen; ISBN-13: 9789029538619
* *
‘ “De stennis en de rel onder de Franse nomenklatoera over de roman van Houellebecq laat zich goed verklaren, omdat de politieke bobo’s en de (‘intellectuele’) opiniemakers haarfijn aanvoelden dat vooral zíj op de korrel worden genomen. Houellebecq moest zelfs een poosje emigreren, zo link scheen het in Frankrijk voor hem te zijn geworden.”‘
- ‘ “Zou het nu zó erg zijn, een muzelman als staatshoofd?” ze vroeg het met een zuinig mondje. “Waarom moeten vrouwen zich óók uit de naad werken om de rijken nóg rijker te maken? Gewoon, lekker huisvrouw zijn en voor de kinderen zorgen, terwijl je net als wij regelmatig met elkaar een nieuw boek bespreekt en de mannen hun ding doen. Zoals onze grootouders dat deden. Wat is dáár nu zo afkeurenswaardig en minderwaardig aan? Laten we ons niet gewoon massaal voor de mal houden en nodeloos opjutten?”‘
‘ “We laten ons nog net zo makkelijk manipuleren en sturen als altijd. Teleurstellend eenvoudig, simpel en makkelijk. De mens blijft in de kern blijkbaar relatief onveranderlijk en dus o zo voorspelbaar. “‘
- ‘ “Houellebecq werd (en wordt in bepaalde kringen en gremia) zo gehaat, omdat hij het failliet van het christendom als ideologie aan de kaak stelt. Als we zien wat er zich momenteel in Palestina/Israël voltrekt, alsook in de Ukraïne, zou je Houellebecq ook op dat gebied bijna-profetische inzichten nauwelijks kunnen ontzeggen.”‘
‘ “Ach, de islam is tenslotte ook een godsdienst (religie – relegare) en godsdienst biedt structuur en houvast, en de mens heeft beide blijkbaar broodnodig.”‘
- ‘ “Vergeet de hocus-pocus niet, de voodoo. De poppenkasterij. Die is minstens zo belangrijk. Iedere positie – ook een godsdienstige – is verbonden met macht en geld.” Deze spreekster had rossig haar, maar geen sproeten: “Is het niet logischer om zoals in de islam politiek en godsdienst niet uit elkaar te halen? In de praktijk gebeurt dat volgens mij toch al nooit – al wordt dat nijver met de mond beleden – dus waarom niet daar gewoon voor uitgekomen?” Ze keek ietwat triomfantelijk naar de anderen, maar die gaven daar geen sjoege op.’
‘ Een van de twee mannen in het gezelschap zei gewichtig: “Olie. Olie en andere delfstoffen. Daar gaat het vooral om. Daar draait alles om. Van de delfstoffen maken ze wapens en oorlogstuig zoals tanks, raketten en vliegtuigen. Dat heet dan circulaire economie.”‘
- ‘” Doughnuts economics ….. Die ewige Wiederkehr des Gleichen …..” De rossige had een bijna-transparante huid; eigenlijk had ze geen opperhuid.’
‘ “Ja, zoiets. De tekkel die als een razende probeert in zijn eigen staart te bijten. Bij de hindoes en boeddhisten heet dat samsara …. Op een gegeven ogenblik raak je als je geluk hebt ‘verlicht’ en dan is het nirwana, oftewel das nichtende Nichts …”‘
- ‘ “De protagonist François laat zich aan het eind van het verhaal door de Belg Rediger tot bekering overhalen. Hij kan er dan minimaal drie vrouwen op nahouden en hoeft niet meer op jacht om vrouwen te versieren: >>> ‘Tussen twee haakjes,’ vervolgde Rediger, ‘als de menselijke soort ook maar een klein beetje tot evolueren in staat is, komt dat door niets anders dan door het intellectuele aanpassingsvermogen van de vrouw. De man is volstrekt onopvoedbaar. Of hij nu een taalfilosoof, een wiskundige of een componist van seriële muziek is, hij zal zijn voortplantingskeuzes altijd, onverbiddelijk, baseren op zuiver fysieke criteria, die al millennia lang onveranderd zijn gebleven. Oorspronkelijk worden vrouwen natuurlijk ook vooral aangetrokken door fysieke voordelen, maar met de juiste opvoeding kun je ze ervan overtuigen dat de kern niet daarin schuilt. Je kunt al gedaan krijgen dat ze zich aangetrokken voelen tot rijke mannen – en rijk worden vergt inderdaad al wat meer intelligentie en slimheid dan gemiddeld. Je kunt ze zelfs, tot op zekere hoogte, overtuigen van de enorme erotische waarde van hoogleraren…’ Hij glimlachte nog meer, ik vroeg me even af of hij ironisch was, maar nee, ik geloof het niet. ‘Maar goed, je kunt hoogleraren ook een hoog salaris geven, dat maakt het een stuk eenvoudiger,’ besloot hij. <<<
De keuze om van Rediger een Belg te maken, vind ik best een pikante. In ieder geval ziet François een rooskleurige toekomst als bekeerling voor zich. De vrouw komt er naar mijn idee zeker niet bekaaid of slecht vanaf.”‘
* * *
De opkomst van extreemrechts had het sindsdien allemaal wat interessanter gemaakt door de vergeten huivering van het fascisme over de debatten te laten varen; maar pas in 2017 was alles echt in beweging gekomen, bij de tweede ronde van de presidentsverkiezingen. De internationale pers was stomverbaasd getuige geweest van het schandelijke maar rekenkundig onvermijdelijke schouwspel waarin een linkse president werd herkozen in een land dat steeds openlijker naar rechts overhelde. In de paar weken na de uitslag had zich een vreemde, beklemmende sfeer over het land verbreid, een soort verstikkende, radicale wanhoop, waar hier en daar echter flitsen van opstandigheid doorheen schoten. Tal van mensen kozen toen voor ballingschap. Een maand na de verkiezingen kondigde Mohammed Ben Abbes de oprichting van de Moslimbroederschap aan. Een eerste poging tot politieke islam, de Franse Moslimpartij, was al snel gestrand door het hinderlijke antisemitisme van
de leider, die zelfs banden met extreemrechts had aangeknoopt. De Moslimbroederschap had lering getrokken uit dat echec en scrupuleus een gematigde positie ingenomen, ze steunde de Palestijnse zaak met mate en onderhield warme banden met de joodse religieuze autoriteiten. Naar het model van de moslimpartijen die actief waren in de Arabische landen, een model dat in Frankrijk trouwens al was beproefd door de Communistische Partij, werd de politieke actie in eigenlijke zin ondersteund door een dicht netwerk van jeugdbewegingen, culturele instellingen en liefdadigheidsorganisaties. In een land waar de massa-armoede jaar in, jaar uit onontkoombaar om zich heen bleef grijpen, had die netwerkpolitiek vruchten afgeworpen en de Moslimbroederschap geholpen haar aanhang te verbreden tot ver buiten het strikt confessionele kader, het succes was zelfs overweldigend geweest: in de eerste peilingen haalde de partij, die nog maar vijf jaar bestond, 21 procent van de stemvoorkeuren en zat daarmee de Socialistische Partij (23 procent) dicht op de hielen. Traditioneel rechts bleef steken op 14 procent, en het Front National bleef met 32 procent verreweg de grootste Franse partij.
Houellebecq (2015): Onderworpen; ISBN-13: 9789029538619
* *
* * *
Onder impuls van zulke onwaarschijnlijke personages als de afgescheiden socialist Jean-Luc Mélenchon en de filosoof Michel Onfray vonden er protestbijeenkomsten plaats; Mélenchons linkse front bestond nog steeds, op papier althans, en je kon al voorzien dat Mohammed Ben Abbes in 2027 een presentabele uitdager zou hebben – afgezien natuurlijk van de kandidate van het Front National. Van de andere kant verhieven bepaalde groeperingen zoals de Unie van Salafistische Studenten hun stem, ze hekelden het voortduren van immorele gedragingen en drongen aan op werkelijke toepassing van de sharia. Zo kwam er geleidelijk aan weer een politiek debat op gang. Het zou een nieuw soort debat zijn, heel anders dan Frankrijk in de loop van de laatste decennia had gekend, meer zoals het debat dat in de meeste Arabische landen bestond; maar het zou toch een soort debat zijn. En het bestaan van een politiek debat, al is het dan kunstmatig, is nodig voor het harmonische functioneren van de media, misschien ook wel voor het bestaan van een minimaal, formeel gevoel van democratie onder de bevolking. Achter die onrustige buitenkant maakte Frankrijk een snelle en ook diepgaande ontwikkeling door. Algauw werd duidelijk dat Mohammed Ben Abbes ook los van de islam ideeën had; bij een sessie met persvragen verblufte hij zijn gehoor door zich beïnvloed te verklaren door het distributivisme. Hij had dat om eerlijk te zijn al verschillende keren verklaard in de loop van de presidentscampagne, maar omdat journalisten een heel natuurlijke neiging hebben om informatie die ze niet begrijpen te negeren, was de verklaring niet opgepikt en niet overgenomen. Dit keer betrof het een president in functie, ze konden er dus niet meer onderuit hun documentatie up-to-date te brengen. Zo kreeg het grote publiek in de loop van de volgende weken uitgelegd dat het distributivisme een economische filosofie was die aan het begin van de twintigste eeuw in Engeland was opgekomen onder impuls van de denkers Gilbert Keith Chesterton en Hilaire Belloc. Het wilde een ‘derde weg’ zijn die afstand nam van zowel het kapitalisme als het communisme – dat gelijk werd gesteld aan staatskapitalisme. Het basisidee was de afschaffing van de scheiding tussen kapitaal en arbeid. De normale vorm van economie was het familiebedrijf; als het voor de productie van bepaalde goederen noodzakelijk werd om grotere lichamen te creëren, diende alles in het werk te worden gesteld om te zorgen dat de werkers aandeelhouder van hun bedrijf en medeverantwoordelijk voor het beheer waren. Het distributivisme, zou Ben Abbes later preciseren, was volledig verenigbaar met de lessen van de islam. De precisering was niet overbodig, want Chesterton en Belloc stonden tijdens hun leven vooral bekend vanwege hun venijnige activiteit als katholieke polemisten.
Houellebecq (2015): Onderworpen; ISBN-13: 9789029538619
* * *