‘ De Europese Unie – dus niet “Europa” – predikt solidariteit in alle toonaarden, maar ondermijnt intussen intern, dat wil zeggen: voor de burgers van de EU-lidstaten, de solidariteit. Het lijkt er op te wijzen dat Gramsci’s concept van hegemonie – hier de hegemonie van de EU-nomenklatoeristi – effectief werkt. EU-solidariteit is toch een apart en geprivilegeerd soort solidariteit.’
– ‘ Je doelt op het stuk van Dirk Waterval in Trouw over onze pensioenen, en dan met name op de alinea: < < “ Nu zagen kabinet en de sociale partners echter zachtjes aan de poten van die solidariteit met hun plannen voor een nieuw pensioenstelsel. Een definitief akkoord is er nog niet, maar duidelijk is al wel dat de individuele spaarder meer centraal staat in het nieuwe stelsel. Critici, zoals vakbond CNV, zeggen dat ‘individueel’ hier gelijk staat aan ‘minder solidair’ met andere spaarders. “ > >
Ik lees dit als: het individuele “belang” en haar korte-termijn-voordeel, wordt boven het Algemeen Belang en het lange-termijn-profijt gesteld. Tenminste, wanneer de Nederlandse vakbonden en de regerende Nederlandse politici doorgaan met het zagen aan de poten van ons Nederlandse pensioenstelsel in het kader van hervormingen (what is in a word? Mis-vormingen, klinkt hier juister) teneinde de abstracte EU te gerieven.’
‘ Ja. En dat in naam van de “eerlijke concurrentie” tussen handelaren in pensioenregelingen, op grond van een EU-ideologie. Solidariteit wordt verkwanseld voor concurrentie en de entrepreneurs in pensioenregelingen zijn de winnaars. De individuele burger die voor haar pensioen werkt en spaart, krijgt aangepraat dat zij eigen baas is/wordt en niets met de andere medeburgers heeft te schaften. Jong en oud worden tegenover elkaar geplaatst en moeten met elkaar concurreren.’
‘ Per saldo gaat het om de tegenwoordig vigerende basis-concurrentie tussen VERMOGEN (geld bezitten en/of ontvangen zonder daar direct voor te hoeven werken) en ARBEID (afhankelijk zijn van inkomen uit werk, arbeid) Maar die basale tegenstelling wordt zo veel en zo lang mogelijk in ondoorzichtelijke rookgordijnen verpakt.
Die rookgordijnen vergemakkelijken bovendien het plunderen van de Nederlandse pensioenpotten, want die miljarden pensioengeld worden hoe langer meer van “niemand-in-het-bijzonder.” De komende generatie wordt ingewreven dat de generaties die voor hun pensioen gewerkt hebben, daar op de keper beschouwd eigenlijk geen recht op kunnen laten gelden. Door hun pensioenaanspraken doen de ouderen de jongeren te kort.
Dit is een heel kwaadaardig frame, dat niets met solidariteit te maken heeft, maar juist generaties tegen elkaar opzet en uitspeelt.’
– ‘ Bizar nietwaar? Die EU-solidariteit. Die betekent per gremium iets anders, al naar gelang het de poppenspelers in Brussel past. Wij moeten bijvoorbeeld solidair zijn als het gaat om binnenlaten van grote aantallen exoten, omdat mevrouw Merkel dat verordonneert, of we moeten met ons spaargeld Griekse en Italiaanse bankiers “redden,” maar voor onze burgers wordt onderlinge solidariteit geërodeerd en beboet. Hoe rijm je dit? Wat is het Grote Plan hierachter? Dat VERMOGEN op den duur ARBEID overvleugelt, en dat de “arbeiders” dat gewoon en normaal vinden en zich schikken in hun positie van tweede- en derderangs medemensen? Is dat het MASTERPLAN?’
‘Neem me alsjeblieft niet kwalijk, maar ik moet aan het werk, want ik ben zo’n loser geweest niet de juiste rijke ouders gekozen te hebben, die mij een vermogen konden nalaten. Een vermogen, dat zij op hun beurt van hun ouders erfden. Werken hoort natuurlijk niet en is hoogst onfatsoenlijk en uiterst gênant. Vooral wanneer je met werken een pensioen opbouwt. Dat is je reinste roof, een vorm van schaamteloze ladenlichterij.’
‘ Dat zou in Gramsci-terminologie een profijtelijke en effectief-dominante hegemonie van de vermogensbezitters betekenen.’
‘ Hier staat bijvoorbeeld: < < Verzekeraars die ook een pensioenregeling aan iemand in de zorg willen aanbieden, hebben nu bijvoorbeeld het nakijken. > > Ik zou zeggen, repareer dát op een manier die het mogelijk maakt voor verzekeraars om óók pensioenregelingen aan werknemers in de zorg te offreren. Dat draagt bij aan de entiteit die solidariteit heet. Wat de EU nu opnieuw probeert, is iets dat goed en solide is op een plek – i.e. de pensioensolidariteit tussen generaties, in Nederland – uit te hollen om die gelijk te trekken met een pseudo-surrogaat-solidariteit die voor alle EU-landen moet gelden. Om de handelaars in pensioenregelingen te gerieven. Een verdunning van solidariteit zoals we die hier kennen. In plaats van het uitbreiden van een Nederlandse solidariteit over EU-landen waar die nog niet bestaat. Leve een steeds groter groeiende EU!’
– ‘ EU-solidariteit betekent solidariteit met jezelf – en is dus een betekenisloos iets, want je bent per definitie solidair met anderen, en dus qualitate qua geen egoïst. De EU (wie zijn dat toch?) bestaat uit solipsistische egoïsten in Brussel en andere zelfverrijkingsplekken, en zij leggen hun denkramen, hun hegemonie, op aan ons allemaal. Wij moeten allemaal EU-egoïsten worden en al die afzonderlijke egoïsten moeten toch solidair zijn, wanneer het de EU-solipsisten zo uitkomt.’
‘ Hoog tijd – reeds ver óver tijd in feite – om het monster dat EU heet een ferm halt toe te roepen, want voor we het weten zijn we met huid en haar opgeslokt en verteerd.’
♥