‘Op deze video zie je het. De gele hesjes en de weigering van de handdruk. Er waren er vijf gele hesjes van wie er twee Rutte een hand gaven. Dat vind ik zwak.’
– ‘ Wat vind je zwak? Geen hand geven of wel een hand geven?’
‘ Een hand geven vind ik hier zwak, want geen hand geven maakt vanzelfsprekend deel uit van het protest.’
– ‘ Aha, dus de handgevers ondergroeven hun protest volgens jou.’
‘ Ja. De handgevers voegden zich automatisch naar de conventionele mal, terwijl je dat in die context en rol juist niet moet doen. Geen hand geven is niet gewelddadig, maar blijkbaar symbolisch effectief, getuige sommige media-commentaren. Natuurlijk, ja natuurlijk, lees ik enkele columnisten die de geen-hand-gevers onbeschoft vinden. Tja, dat is opgelegd pandoer. Alsof je alleen gepolijst volgens voorgeschreven rituelen mag protesteren. Lachwekkend.’
– ‘ Wat vind je ervan dat meneer Rutte ze in het torentje uitnodigt?’
‘ Pffft. Fantasieloos. Rutte kan uiteraard beter aandacht besteden aan de oorzaken en achtergronden van de boosheid die aan de manifestatie ten grondslag liggen. Maar dat interesseert deze man volgens mij echter geen hout. Van jou en mij liggen Rutte en zijn mede-nomenklatoeristi ook niet wakker.’
– ‘ Dus volgens jou reageren de betreffende columnisten voorspelbaar gezagsgetrouw en trekken ze partij voor de nomenklatoera waarvan Rutte het boegbeeld is.’
‘ Zie je op de video de dame met de telefoon? Die gebruikt de telefoon als excuus om geen hand te hoeven geven. Tja, wat moet je daar nou van zeggen? Afgaande op deze beelden en de “verslagen” in de media hoeven we morgen in elk geval geen revolutie te verwachten.’
– ‘ Ik vind het zelfs een beetje eng, dat ontzag voor de macht dat blijkbaar onuitroeibaar aanwezig is. Zowel bij de deplorables die komen protesteren als bij de plegers van krantenstukjes die misprijzend schrijven over het geen hand geven. Dat verklaart volgens mij de excessen die plaatsvinden wanneer er ooit een revolte van het plebs uitbreekt. Dan grijpen ze naar de riek en worden er personen gespietst. Alsof de opgekropte woede en het opgepotte ressentiment in eens naar buiten spuit, zoals bij een slagaderlijke bloeding gebeurt.’
‘ Zeker. Na de moord op Fortuyn was de stemming onder het gepeupel weinig nomenklatoeravriendelijk. En dan formuleer ik het voorzichtig. Ik zie het tafereel van de gelubde gebroeders De Witt levendig voor me. Daarom dat ik Thierry Baudet zo ijzersterk vind in zijn optreden in de Tweede Kamer. Baudet laat zich niet intimideren en beantwoordt het afzeiken – bijvoorbeeld door Rutte en Grapperhuis met het verkeerd uitspreken van Baudets naam – met gelijke munt.
Zulk soort assertieve acties zijn misschien nog belangrijker in zo’n biotoop als de “plexus solaris” van de Democratie zoals de Kamer zich zo ronkend pontificaal pleegt te afficheren. Baudet en Hiddema kunnnen dat, maar de mensen die zo’n geel hesje aantrekken kunnen dat natuurlijk niet. Die gaan onder zo’n behandeling waarschijnlijk zitten huilen, of ze gaan misschien schreeuwen en brullen. Of ze kopen een pistool. Zonder daar verder iets mee te doen hoor, alleen voor het idee.’
– ‘ Juist ja. Zoals Ruttes geintje met de microfoon. Kinderlijk! Vlegelachtig gedrag van de heren Rutte en Grapperhuis jegens een gekozen volksvertegenwoordiger – want dat is Baudet – wordt als normaal beschouwd, maar bureaucraten geen hand geven door tokkies, dat is een doodzonde.’
♥