* PARKEER *
geredigeerd citaat uit C. Wright Mills: The Power Elite (vet toegevoegd) 1956, reprint 1970, 2000; isbn 978-0195133547.
In the middle of the twentieth century, the influence of such peaceful and civilian values as exist in the United States—and with them the effective distrust and subordination of professional military men—must be balanced by the unprecedented situation which the American elite now defines as the situation of the nation.
For the first time, the American elite, as well as effective sections of the underlying population, begin to realize what it means to live in a military neighborhood, what it means to be technically open to catastrophic attack upon the national domain. Perhaps they also realize how very easy a military time the United States as a nation has had, given its geographical isolation, its enlarging and pacified domestic market, its natural resources needed for industrialization, and requiring military operations only against a technologically primitive population. All that is now history: the United States is now as much a military neighbor of the Soviet Union—or even more so—as Germany has been of France in previous centuries.
This is brought home, immediately and dramatically, by the more careful estimates, now publicly available, of the physical effects of the latest weapons system. One saturation attack, it is not unreasonable to suppose, would result in some 50 million casualties, or nearly one-third of the population. That the United States could immediately retaliate with comparable effects upon the enemy does not, of course, lessen those upon her own domain and population. Such technical possibilities may be taken in a political and an industrial way, or in their strictly military meaning. The American elite in charge of that decision have taken them primarily in their military meaning. The terms in which they have defined international reality are predominantly military. As a result, in the higher circles there has been a replacement of diplomacy in any historically recognized sense by calculations of war potential and the military seriousness of war threats.
* * *
‘ ” Dat is een idee waar je even aan moet wennen zeker?” Ze vroeg het met het hoofd ietwat scheef gehouden en een geamuseerde glimlach om de lippen: ” Jullie/wij, West-Europeanen en Noordamerikanen zijn nog steeds gewend het vanzelfsprekend te vinden dat wij met een bestraffend en belerend vingertje de rest van de wereld de levieten kunnen lezen, dat het best even slikken is wanneer zij op hun beurt menen òns de maat te moeten nemen. Ja, dat zij ons misschien ooit zullen sanctioneren….. en waarom zouden zij dat niet doen? Hebben ze daar niet alle reden toe?” ‘
- ‘ Dit is onder andere waar kolonel Douglas Macgregor steeds op tamboereert: de Amerikaanse nomenklatoera vergeet dat het Amerikaanse leger niet langer te maken heeft met overwegend “primitieve” tegenstanders, die ze met een vinger in de neus placht omver te kunnen lopen. Daarom is het des te dommer en roekelozer om diplomatie te minachten als instrument voor geopolitiek en het in plaats daarvan meteen over de militaire boeg te gooien, wanneer de ander niet direct toegeeft. Dan wordt er liefst meteen naar het middel van regime change gegrepen, al dan niet gepaard aan “neutralisatie” van de recalcitrante andersdenkenden.’
‘ “Nóg zo’n kind van etnocentrische arrogantie is de bijna maniakale obsessie met open buitengrenzen,” weer die wat sardonische glimlach; “dat ze dat in de bubbels van Den Haag – via Washington en Brussel – als het ultieme bewijs van chicque wereldburgerschap menen te moeten beschouwen, daar heeft “de jungle” (zoals meneer Josep Borrell het noemt) geen boodschap aan. Daar willen ze ‘gewoon orde, rust en regelmaat in de tent. Zeg maar: spruitjes met gebakken rijst en een zout visje. Zo nodig rekenen ze wel op hún manier af met incompetente leiders. Als jullie met alle geweld open grenzen willen, best en tot je dienst, maar zorg er dan voor dat wíj daar geen hinder en overlast van ondervinden, alstublieft-en-dankuwel. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat jullie in je liberale en beschaafde landen onruststokers, stokebranden, een wijkplaats en asiel bieden. Daar kunnen ze zich in alle rust en optimaal gefaciliteerd, bekwamen en trainen en creatieve vaardigheden en ideeën opdoen, om vervolgens bij óns het geleerde in praktijk te brengen?”‘
*
- ‘Over de posititie en rol van Israël bij dit hele gebeuren had ze ook best onconventionele opvattingen: “Dat de Amerikaanse presidenten zich als vazallen aan Israël overleveren, moeten zij weten, maar dring ons niet ook die rol op. Meneer Biden zou van kroonprins MbS een pariah maken, toen die Jamal Khasjhoggi in stukken had laten zagen. Koud een maand later zien we meneer Biden de sandalen van prins MbS kussen omwille van de olieprijs. En waarom maakt president Biden geen pariah van Benjamin Netanyahu? Weet de Mossad misschien te veel van de familie Biden?”‘
………………. ………………. ……………………
………………. ………………. ……………………